Griekenland’s bondscoach van ’t Schip bekritiseert de clubs

Leestijd: 3 min.

Niemand kan het Griekse voetbal de sensationele triomf op het Europees kampioenschap 2004 in Portugal onder coach Otto Rehhagel afpakken. Sindsdien zijn de Hellenen echter niet meer in de buurt gekomen van een herhaling van deze coup.

Griekenland nam wel deel aan de Europese kampioenschappen van 2008 en 2012 en aan de wereldbekertoernooien van 2010 en 2014, maar verder dan de kwartfinales in 2012 en de laatste 16 in 2014 kwamen ze niet. En sinds de uitschakeling in de ronde van 16 in 2014 op strafschoppen tegen Costa Rica, is Griekenland niet meer van de partij geweest op het grote podium.

De Griekse ploeg miste het EK van 2016 en het EK van 2021, evenals het WK van 2018 in Rusland. Wat het WK van 2022 in Qatar betreft, ziet het er ook slechts tot op zekere hoogte goed uit, maar de 2-1 zege tegen Zweden vorige week heeft tenminste de hoop levend gehouden op ten minste de tweede plaats in de WK-kwalificaties 2022 en dus deelname aan de play-offs.

Met zes punten uit vier wedstrijden staat Griekenland momenteel op de derde plaats in WK 2022-kwalificatiegroep B, drie punten achter Zweden, dat ook vier wedstrijden heeft gespeeld. Koploper Spanje staat al op 13 punten, maar heeft al zes wedstrijden gespeeld.

In oktober wacht Griekenland twee mogelijk beslissende wedstrijden in Georgië en Zweden, voordat de kwalificatiecampagne in november wordt afgesloten met twee thuiswedstrijden tegen Spanje en Kosovo.

Meer buitenlanders dan Griekse profs in de Super League

Bondscoach John van ’t Schip, die ooit met Nederland het Europees kampioenschap 1988 won, gebruikt de wind in de rug van de overwinning op Zweden nu om kritiek te leveren op de Griekse Super League en met name op de topclubs, die volgens de 57-jarige voetballeraar te weinig nadruk leggen op het ontwikkelen van talent uit eigen kweek.

“Het Griekse voetbal heeft een duidelijk identiteitsprobleem”, bekritiseerde Van ’t Schip, waarbij hij zich in het bijzonder richtte op kampioen Olympiakos Piraeus en de andere topclubs AEK Athene, Panathinaikos Athene, PAOK Saloniki en Aris Saloniki. “De grote vijf hebben bij de start van de Griekse Super League samen slechts zeven Griekse spelers opgesteld – dat is een gemiddelde van 1,4 spelers uit Griekenland per team,” aldus Van ’t Schip, die graag meer aanbod uit de competitie zou zien.

Van ’t Schip kreeg steun van de Griekse voetbalbond, die op grond van de verklaringen van de bondscoach berekende dat minder dan de helft van alle spelers bij de 14 eerste divisieclubs een Grieks paspoort heeft.

Concreet komt 53,8 procent van de 424 geregistreerde professionals uit het buitenland, wat betekent dat de Super League zeker niet alleen staat. Van de vijf grootste liga’s ligt alleen La Liga in Spanje (42,3 procent legionairs) onder de grens van 50 procent. De Premier League (63,8 %) en de Serie A (61,1 %) hebben een nog hoger percentage buitenlanders dan de Griekse competitie.